Je hebt ledenorganisaties en je hebt ledenorganisaties

maandag 08 november 2021

Afhankelijk van de rollen die de verschillende ‘actoren’ binnen een ledenorganisatie opnemen zie je ook een andere aanpak, naar structuur, maar ook en vooral naar cultuur van de werking. Als er al één actor soms stiefmoederlijk behandeld wordt, is het die van de professional in de vereniging. Laten we even de typologie van een ledenorganisatie koppelen aan de rol van die professional.

Hoe kunnen we ledenorganisaties typeren op basis van de rol van de actoren?

Als we de veelheid van soorten ledenorganisaties bekijken zien we telkens de dezelfde actoren terugkomen zoals in onderstaand schema. Afhankelijk van de accenten in de missie of collectieve ambitie die de organisatie nastreeft, zien we ook andere behoeften op het vlak van de governance en de operationele werking.

De effectieve invulling van de verschillende rollen in bovenstaand schema kan sterk uiteenlopen van organisatie tot organisatie.

Zo zal een beroepsvereniging met professionals op de payroll geen behoefte hebben aan vrijwilligers en vooral de effectieve leden willen bedienen. Een lokale kunstvereniging zonder professionals zal dan weer beroep willen doen op vrijwilligers-leden, naast de bestuurders om iets voor de leden te betekenen. Een bedrijfsfederatie zal rekening moeten houden met de dubbele rol die bestuurders kunnen hebben, nl. opkomen voor het eigenbelang, naast dat van de sector. Niet in het minst zal ook mededingingswetgeving spelen om de leden zo efficiënt mogelijk toegevoegde waarde te bieden. Een netwerkorganisatie zal dan weer heel breed willen inzetten op de biotoop door partners/sponsors en eventuele andere, toegetreden leden dicht bij de organisatie te houden. Een organisatie die rond kansarmen werkt zal graag een veelheid aan competenties hebben op niveau van het bestuur, en tegelijk willen inzetten op vrijwilligers om de effectieve begunstigden, die op zich geen lid zijn, te helpen. Wat de lobby of belangenbehartiging  betreft zien we dat elke organisatie die in mindere of meerdere wijze gaat uitbouwen, zowel vanuit het bestuur of vanuit de professionals. Voor elk van deze voorbeelden zou je een aangepast schema kunnen maken.

Inzoomen op de professionals actief binnen die ledenorganisaties

Waar we het zeker over eens kunnen zijn, is dat verenigingswerk mensenwerk is. Met andere woorden: de impact van hoe mensen het werk aanpakken is heel erg bepalend voor de overall outcome van de organisatie. Dat betekent ook dat ledenorganisaties die professionals in dienst hebben, een ongelofelijk voordeel hebben. De vraag is wel of die voldoende tot hun recht komen.

Ik laat hierbij nog de discussie in het midden of we eerder moeten mikken op het versterken van hun specifieke skills (bv. communicatie, boekhouding, lobby), of moeten werken aan de specifieke dynamiek van de ledenorganisatie en hun rol daarin versterken(bv. relatie tov bestuurders, rol als facilitator of als inhoudelijk expert tov de leden, enz.).

Dat betekent ook dat we het belang van die professionals moeten vastpakken. We moeten hen opleiden, begeleiden, de nodige middelen ter beschikking stellen, maar ook de nodig zichtbaarheid geven opdat ze het gevoel hebben dat wat zij doen er effectief ook toe doet.

Krijgt de professional in een ledenorganisatie zichtbaarheid?

Een kleine steekproef bij de websites van een 25-tal ledenorganisaties wijst uit dat de professionals relatief anonieme spelers zijn. Veelal wordt via de contactpagina naar ‘de organisatie’ doorverwezen, zonder dat daarop namen geplakt staan. Als er al sprake is van het team, is dit eerder zakelijk: naam, functie (al is dat wellicht voor de bezoeker niet altijd duidelijk) en contactgegevens. Zelden is er een vermelding van de effectieve rol die de professional speelt (bv. concrete projecten, taken) of de achtergrond van waaruit die dat doet (bv. opleiding, ervaring), laat staan van de realisaties of mijlpalen.

Opvallend daarbij is dat er wel dikwijls meer aandacht is voor de bestuurders of de verenigingsstructuur (algemene vergadering, bestuursorgaan, commissies, werkgroepen…). Op zich kan dit zeker geen kwaad, maar in organisaties waar de professionals de achter- en onderliggende ‘motor’ van de vereniging uitmaken, zou het evenwicht naar zichtbaarheid wel groter mogen zijn. Het is wel zo dat de vermelding van bestuurders ook meestal heel beperkt blijft tot wie is wie en namens welk bedrijf of organisatie zetelt die in het bestuursorgaan. Ook hier is bijna nooit iets te vinden over het ‘effectieve werk’ dat zij verrichten, zij het als beleidsmaker/toezichthouder, zij het als uitvoerende bestuurder.

Selfscreening ‘Zichtbaarheid van de professional’

Als kleine ‘lakmoesproef’ kan elke organisatie eens nagaan op de eigen website hoe die belangrijke actoren vermeld worden (cf. schema hierboven). In het bijzonder voor wat de professional betreft zijn er 5 vragen:

  • Worden er op de ‘contact’-pagina namen en contactgegevens van professionals vermeld?
  • Wordt er ook vermeld wat de rol en/of taken van die professionals zijn?
  • Wordt er verwezen naar de werking als team van professionals – wat zijn de taken en opdrachten?
  • Wordt er verwezen naar de relatie tussen de professionals en het bestuur – hoe is de governance geregeld (taakverdeling, rapportage…)?
  • Wordt er informatie gegeven over gerealiseerde projecten (niet alleen het resultaat maar ook de manier waarop het team dit gerealiseerd heeft)?

Wie hier een vijf op vijf scoort is zeker goed bezig. Organisaties die dat ook nog breder in de verf willen zetten kunnen dat laten weten aan Josefien D’haene van BSAE, zodat dit als case gebracht kan worden naar de leden-verenigingsprofessionals van BSAE (josefien@bsae.be).

Auteur: Marc Mestdagh

Dit artikel verscheen eerder op de persoonlijke website van Marc Mestdagh, gedelegeerd bestuurder en oprichter BSAE.

« Terug